INGREDIËNTEN

600 gram kalkoenfilet aan 1 stuk
75 gram  en 150 gram gemengde paddestoelen in stukjes gesneden
1 grote ui
1 teentjes knoflook
20 cm bosui, het groene gedeelte, fijngesneden
2 theelepels Italiaanse kruiden
peper en zout
½ ei losgeklopt
olijfolie

Snijd van beide kanten van de filet de puntjes af (samen plm 100 gram) en snijd in blokjes.
Neem een lang mes, snij de filet overlangs door maar laat aan weerszijden een stuk van 2 cm dicht zodat er een “zakje” ontstaat
(de poelier doet het met liefde voor je, als je dat wilt).
Verwarm de oven voor op 150 graden.

Doe de kalkoenblokjes in een keukenmachine samen met 75 gram paddestoelen, het losgeklopte ei, knoflook, bosui, italiaanse kruiden en een snufje peper en zout.
Draai het geheel tot een fijne, mousse-achtige substantie.
Vul een spuitzak met de farce (vulling) en spuit de vulling in de opengesneden kalkoenfilet.

Bestrooi het met peper, zout en een flinke scheut olijfolie en braad het vlees op kleur aan in de koekenpan.
Doe het daarna in een ovenschaal.
Bak het vlees in 15 minuten in de oven.
Keer het om en bak nog een keer 20 minuten.

Fruit ondertussen de ui in een scheutje olijfolie.
Voeg 150 gram gesneden paddestoelen toe en draai het vuur hoog.
Bak het geheel nog 3 minuten.
Haal de kalkoenfilet uit de oven en laat in alufolie 5 minuten rusten.
Snijd hem daarna in plakken van 2 cm.
Verdeel over de vier borden, schep de paddestoelen ernaast en giet het bakvocht erover.

Dit gerecht smaakt voortreffelijk met aardappel-kastanjepuree en een warme appelcompôte.
Voor nu drink ik er een fruitige, lichtgekoelde Valpolicella Classico 2019 van Spada bij.
Straks met de Kerst trek ik zijn iets decadentere broertje, Amarone della Valpolicella 2015 open.