Het is zaterdagmorgen, weekend! Toch gaat de wekker al om kwart over zeven. Met vereende krachten worstel ik me uit de armen van mijn lief. Ik maak me klaar voor een belangrijke gebeurtenis.
Ik heb straks een fotoshoot.
Wanneer ik voor mijn werk op de foto moet, is de kledingkeuze gemakkelijk. Ik trek altijd lekker veilig mijn werkkloffie aan. Immers, mijn koksbuis groeit al jaren met me mee. En met mijn schort verdoezel ik eventuele oneffenheden op heupen en hurken.
Tenminste, dat hoop ik.
Terwijl ik met de fotograaf meekijk naar het voorlopige resultaat, zinkt me de moed in de stalen neuzen. Het hoog aangesloten boordje van het koksjasje boetseert een extra kin. De touwtjes van mijn schort delen ongevraagd mijn taille op in twee airbags.
Maar, heb ik geleerd, het gaat uiteindelijk om de uitstraling en een gulle lach.
Nou dat kost me bij deze shoot geen moeite hoor. Als ik samen met een ervaren model in een miezerig buitje onder een hysterische flamingoparaplu sta te poseren op een dakterras, komt die lach vanzelf.
De instructie die ik van haar in mijn oor gefluisterd krijg: ”Kijk goed in de lens, alsof je een piepklein meisje zoekt” werkt voor geen meter. De wanhoop in de ogen van de fotograaf doet echter wonderen. Want ach, als hij zo zijn best doet om mij er knap op te krijgen, dan geef ik hem met liefde een schaterlach.
Het hilarische tafereeltje van Chef met een potje tuinkruiden en Grande Dame in een Bloemencreatie werkt aanstekelijk.
De hele crew gaat stuk wanneer ik probeer een professionele pose aan te nemen. Mijn collega- fotomodel duikt half in mijn schoot en neemt ondertussen een hapje van het lavaskruidenplantje.
Maggi?
Als de tranen van het lachen zijn weggeveegd en ik in mijn rol van chef kom, gaat het allemaal vanzelf.
Want of ik nou eet, eten maak, erover praat of schrijf; dat is me om het even.
De liefde van de Nan gaat door de maag. Zelfs als die is ingesnoerd door een kookschort.
Ik ben misschien beetje fotogenânt maar soms levert wel het perfecte plaatje op.