Zo nu en dan moet ik zo hard huilen. Zelfs onder het koken. Ik doe dan net alsof het tranen van uien snijden zijn. Maar da’s niet waar, hoor.
Ik treur gewoon. Er is wéér een moeder heengegaan. Zo’n vrouw van wie je het leven krijgt, jou de liefde leert en die lekkere recepten met je deelt.
Onlangs heb ik afscheid genomen van de moeder van mijn geliefde.
Ik merkte dat het juist in de laatste fase van haar leven vooral om eten ging.
We hebben haar tot op het laatst gevoed met van alles waar ze gelukkig van werd.
En dat ging van uitheems streetfood in een fancy restaurant tot Oerhollandse zoute haring. Om haar vervolgens helende soto ajam,
bereid volgens het recept van mijn eigen moeder, voor te schotelen.
Haar maaltijden werden voor ons de thermometer om ziek en zeer maar ook tevredenheid en intens geluk te meten.
Ik sta erom bekend dat ik een emotioneel kippetje kan zijn.
Ik laat gemakkelijk mijn tranen de vrije uitloop als er iets verdrietigs gebeurt. Of als ik bijvoorbeeld naar een tranentrekkende film kijk.
Eat Pray Love is er zo eentje. Bij deze film waarin actrice Julia Roberts op zoek gaat naar haar ware zelf en de liefde, hoef ik de muziek maar te horen en dan breek ik al.
In de scene waarin Julia op Bali fietst, zie ik mezelf op de plek waar ik het gelukkigst ben. Door de geuren, kleuren, mooie mensen en …eten.
Daar draait het toch allemaal om. En om de liefde.
Voor nu maak ik een troostende salade voor mijn lief en mij.
Het aardse van de biet zet ons met beide benen op de grond, de scherpte van de prei houdt ons wakker, de lof geeft het bittertje om ons op te peppen.
Erdoorheen proef ik het zout van mijn tranen en het honingzoete van de liefde:
“Biet Prei Lof”